Rijkswaterstaat beheert 20 Nederlandse tunnels en zorgt voor veiligheid en vlotte doorstroming. Er zijn nu ruim 25 kilometer tunnels in beheer. De Velsertunnel uit 1957 is de oudste, de Vlaketunnel is de kortste (327 meter), en de Gaasperdammertunnel is met 3.024 meter de langste. Rijkswaterstaat bouwt de komende jaren vier nieuwe tunnels.
Bekijk de eerder gestelde vragen óf stel zelf een vraag aan het KPT team. Wij zullen u zo snel mogelijk beantwoorden met een zo uitgebreid mogelijk antwoord.
De Tunnelwetgeving, gebaseerd op Europese richtlijnen, stelt strenge eisen aan de veiligheid van tunnels. Nederland heeft zelfs strengere wetgeving dan de EU, van toepassing op tunnels vanaf 250 meter lengte voor al het verkeer. De Nederlandse wet verplicht ook dat verkeer in tunnels in één richting rijdt.
Bij tunnelontwikkeling zijn veiligheid en fasen van groot belang. Het proces omvat vier fases, van planfase tot gebruiksfase, en duurt vijf tot acht jaar. In de planfase wordt gekeken naar haalbaarheid, vergunningen, en partnerschappen. Hier wordt ook een tunnelveiligheidsplan opgesteld. In de ontwerpfase wordt het tunnelveiligheidsplan verder uitgewerkt. In de bouwfase wordt een veiligheidsbeheerplan opgesteld, en de openstellingsvergunning aangevraagd. In de gebruiksfase wordt het tunnelveiligheidsplan geïmplementeerd, met oefenprogramma’s en inspecties.
Tunnels worden regelmatig onderhouden, met onderscheid tussen vast en groot onderhoud. Regulier vast onderhoud omvat dagelijkse taken zoals schoonmaken en inspecties. Groot onderhoud omvat grotere projecten zoals het vervangen van systemen en software.
In een tunnel zijn verschillende veiligheidsvoorzieningen te vinden, zoals verlichting, camera’s, geluidsinstallaties, en nooduitgangen. Bij een calamiteit wordt de wegverkeersleider automatisch gealarmeerd en worden veiligheidssystemen ingeschakeld.
Bij pech of ongeval in een tunnel wordt geadviseerd de tunnel te verlaten indien mogelijk. Als dit niet kan, worden specifieke stappen gegeven. Bij een file in de tunnel wordt aangeraden voldoende afstand te houden en instructies te volgen via de radio.
Bij brand in een tunnel is evacuatie noodzakelijk. Auto’s moeten tegen de tunnelwand worden geparkeerd, en passagiers moeten de tunnel zo snel mogelijk verlaten. Hulppostkasten bevatten blusapparatuur voor kleine brandjes. De wegverkeersleider speelt een cruciale rol in geval van calamiteiten en bewaakt de tunnels continu.
Het KPT organiseert met regelmaat verschillende bijeenkomsten waarin er met specialisten nog verder op de materie wordt ingegaan. Wilt u ook zo’n bijeenkomst bijwonen? Meld u dan aan via het aanmeldformulier op de pagina van de desbetreffende bijeenkomst.