Dit probleem betreft ten minste vier specifieke tunnels, waaronder de 2e Coentunnel (Amsterdam) en de Koning Willem Alexandertunnel (Maastricht). Tunnelbeheerders hebben op korte termijn operationele afspraken gemaakt met de bevoegde autoriteit en de Veiligheidsregio in de betreffende gemeente.

De verminderde brandwerendheid heeft ook invloed op de beslissingen van de bevelvoerder na het brandrapport (“zal de eerste brandweereenheid de tunnel betreden of niet?”) en op de inzetbeslissing (“zal de eerste eenheid de incidentbuis betreden of niet?”).

Het Kennisplatform voor Tunnelveiligheid heeft Nils Rosmuller, docent in Energie- en Transportveiligheid bij het IFV, gevraagd te kijken naar de mogelijkheden voor brandbestrijding in dergelijke tunnels. In samenwerking met Brandweer Nederland, Rijkswaterstaat en de IFV Brandweeracademie zijn hulpmiddelen ontwikkeld voor bevelvoerders, zoals een beslissingsdiagram en operationele capaciteitstabel.

Deze tools zijn bedoeld voor de bevelvoerder van de brandweer en bieden een eerste leidraad bij branden in ‘gemiddelde’ Nederlandse wegtunnels. Ze blijken ook waardevol te zijn voor tunnels zonder betonproblemen. Elke tunnel heeft specifieke aspecten die de incidentrespons beïnvloeden. Daarom zijn een Noodplan en Incidentenbestrijdingsplan verplicht voor elke tunnel. Deze moeten op elkaar zijn afgestemd. De tools in dit document zijn nuttig bij het opstellen van deze plannen, maar zijn niet bedoeld voor andere infrastructuur zoals spoortunnels en parkeergarages. Innovaties in voertuigontwikkeling kunnen een update van dit document vereisen, hoewel er geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende brandstoffen.