Al doende leert men

In Nederlandse wegtunnels wordt regelmatig op verschillende niveaus geoefend, conform wet- en regelgeving. Leer- en verbeterpunten uit deze oefeningen en echte incidenten worden vastgelegd in evaluatierapporten. Deze bevindingen hebben geleid tot succesvolle implementaties van verbeteringen in planvorming, nieuwe samenwerkingsverbanden en werkmethoden voor aanbevelingen.

HEEFT U EEN VRAAG?

Bekijk de eerder gestelde vragen óf stel zelf een vraag aan het KPT team. Wij zullen u zo snel mogelijk beantwoorden met een zo uitgebreid mogelijk antwoord.

Naar de vragen database

Dit rapport onderzoekt de mogelijke toename van het transport van nieuwe brandstoffen zoals waterstof en aardgas in tunnels. Het richt zich op bulktransport van brandbare gassen, vervoer in gasflessen, en het gebruik ervan als brandstof in voertuigen. Ook wordt gekeken naar het vervoer van N2 en CO2, traditioneel niet beschouwd als gevaarlijke stoffen in tunnels.

De risico’s van bulkvervoer van CNG, CH2, LNG en LH2 vertonen overeenkomsten met het bulkvervoer van GF (LPG). Uitstroming van deze gecomprimeerde gassen moet mogelijk opnieuw worden overwogen, en scenariofrequenties moeten nader worden bepaald.

Bij het gebruik van deze gassen als voertuigbrandstof kunnen de gevolgen ernstig zijn, vooral als gas zich met lucht in de tunnel mengt tot een explosief mengsel. Gaswolkexplosies en deflagraties zijn mogelijk.

Bij directe ontsteking van ontsnappend gas kunnen hitte en verbrandingsgas slachtoffers veroorzaken. Het verdient aanbeveling om aannames over wolkgroottes nader te onderzoeken.

Gekoeld bulktransport van N2 en CO2 wordt momenteel niet meegenomen in risicoanalyses, maar de toxiciteit van CO2 kan leiden tot significante aantallen slachtoffers. Overweeg of deze stof moet worden meegenomen in risicoberekeningen.

Bij vervoer van cryogene vloeistoffen moet rekening worden gehouden met de extreem lage temperatuur, die bevriezingsverschijnselen en mistvorming kan veroorzaken. Ook de vorming van een verstikkende atmosfeer kan invloed hebben op vluchtgedrag. Nader onderzoek is wenselijk.

Vervoer van gasflessen van CO2 en N2, en vervoer van waterstof geabsorbeerd aan metaalhydride, zullen de risico’s in tunnels niet vergroten.