In Nederland worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Dit transport, alsook de gebiedsontwikkeling rondom het transport, is onderhevig aan wet- en regelgeving om de veiligheid te borgen. Van groot belang hierbij is het Basisnet, de aangewezen transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Gebouwen en locaties rondom het Basisnet dienen, afhankelijk van hun bestemming en locatie, te voldoen aan bepaalde bouwvoorschriften. Belangrijke parameters hierbij zijn de mate van kwetsbaarheid van gebouwen en locaties, en of deze zich al dan niet in aandachtsgebieden bevinden.
Dit onderzoek richt zich op de noodzaak van aandachtsgebieden langs het Basisnet in gebieden parallel aan tunnels. Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 komen er langs het gehele Basisnet aandachtsgebieden te liggen. Binnen deze aandachtsgebieden moeten locaties met zeer kwetsbare gebouwen als voorschriftengebied worden aangewezen. Dit geldt in principe ook voor (beperkt) kwetsbare locaties of gebouwen, al kan het lokaal bevoegd gezag hier gemotiveerd van afwijken. Deze maatregelen hebben tot doel de veiligheid van de leefomgeving te waarborgen. In de huidige regelgeving gelden hierop
bepaalde uitzonderingen voor gebieden die gelegen zijn parallel aan tunnels, met als reden dat tunnels genoeg bescherming bieden tegen de effecten van eventuele incidenten in de tunnels.
Het doel van dit onderzoek is tweeledig. Ten eerste moet het bepalen of een tunnel bescherming biedt tegen fysische effecten van een ongeval met gevaarlijke stoffen (denk aan brand, toxiciteit, druk of brokstukken). Ten tweede geeft het onderzoek aan wat de implicaties voor de veiligheid zijn van de drie door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voorgestelde mogelijke opties voor het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Deze drie opties zijn:
1. geen aandachtsgebieden parallel aan tunnels
2. aandachtsgebieden zonder verplichte voorschriftengebieden parallel aan tunnels
3. aandachtsgebieden met verplichte voorschriftengebieden parallel aan tunnels