Dit rapport is geen onderdeel van vigerende wet- en regelgeving.
In opdracht van de Ministers van V&W, BZK en VROM heeft het projectteam Tunnelveiligheid een beleid ontwikkeld gericht op het vaststellen en borgen van veiligheid van tunnels, zowel voor wegtunnels als voor railtunnels. Het gaat om bestaande tunnels en nieuw aan te leggen tunnels. In oktober 2003 verscheen de Beleidsnota Tunnelveiligheid, deel A: Proceseisen. Deze ging met name in op:
In juli 2005 verscheen de Beleidsnota Tunnelveiligheid, deel B: Veiligheidseisen. Hierin werd o.a. aangekondigd dat eisen voor railtunnels nader worden onderzocht. Voor treintunnels is dit onderzoek inmiddels uitgevoerd en is hiervan verslag gedaan in het rapport ‘Veiligheidseisen voor spoortunnels matchen van Europese TSI1 en nationale praktijk’. Het onderzoek omvatte uitsluitend heavy rail. Tunnels voor tram-, metro en light rail vielen buiten de scope. Naar veiligheidseisen voor tram-, metro- en lightrailtunnels is een apart onderzoek gedaan. Het onderhavige rapport doet verslag van dit onderzoek, uitmondend in voorstellen voor veiligheidseisen voor tram-, metro- en lightrailtunnels, bedoeld om in regelgeving te worden omgezet. Begin 2008 dient het landelijk kader van regelgeving voor tram- en metrotunnels gereed te zijn.
Veiligheidseisen zijn een verzameling van proceseisen en van bouw- en gebruiksvoorschriften waaraan onderdelen van het tunnelsysteem in ieder geval moeten voldoen. Deze komen in het onderhavige rapport aan de orde.
Om een beeld te krijgen of het gehele tunnelsysteem veilig genoeg is zijn veiligheidscriteria ontwikkeld. Het veiligheidsniveau van het tunnelsysteem wordt bepaald aan de hand van risiconormen (kwantitatieve risicoanalyse) en procesdoelstellingen (scenarioanalyse). Het veiligheidsniveau is met een norm vastgelegd in beleidsnota deel B en het tunnelsysteem wordt met een kwantitatieve risicoanalyse en een scenarioanalyse getoetst aan deze norm.