Nieuwe technologische ontwikkelingen bij mobiliteit en de veiligheidsimpact op tunnels

Het KPT wil de deelnemers een beeld geven over wat er op het gebied van communicatie tussen voertuigen en infrastructuur allemaal mogelijk is vanuit het perspectief doorstroming bevorderen op het (hoofd)wegennet. Kunnen tunnelveiligheidsvoorzieningen hier beperkend in zijn en wat kan je doen om die beperkingen op te heffen? Voorzieningen weglaten of toevoegen? Zijn er nieuwe veiligheidsrisico’s denkbaar die tot niet-beschikbaarheid kunnen leiden. Hoe wordt een en ander gerealiseerd? Er komt een overgangsperiode waarin nieuwe technologische ontwikkelingen (Car to Car, Car to Infra) geleidelijk worden ingevoerd. In welke mate zou nieuwe technologie in tunnels kunnen worden opgenomen? Wat betekent dit alles voor de gebruiker?

In Nederland is sinds 2006 de veiligheid van tunnels bij wet geregeld en we staan gesteld voor de bekende (brand)risico’s (known unknowns). We kunnen met de grote branden nu omgaan. Het maatregelenpakket is verbeterd en de resterende risico’s worden aanvaardbaar geacht.
Toen de wetgeving werd ontwikkeld veranderde de wereld. Denk aan de energietransitie; voertuigen met alternatieve brandstoffen veroveren de vervoersmarkt (stekkervoertuigen, CNG, LNG). Dit leidt tot onbekende nieuwe veiligheidsrisico’s (unknown unknowns). Hier heeft het KPT in februari 2019 al een tweedaagse workshop aan gewijd.
Maar denk ook aan Smart Mobility (zelfrijdende auto’s met vele communicatiesystemen). Voertuigbesturing zal in de loop van de jaren veranderen. In eerste instantie zullen bestuurders ondersteuning krijgen bij het uitvoeren van hun rijtaken maar na verloop van tijd zullen ingebouwde systemen in auto’s het roer volledig overnemen. Deze ontwikkeling zal leiden tot slimme wegsystemen en netwerken. Voor autonoom rijden moeten voertuigen onderscheid kunnen maken tussen verschillende objecten. En daarom zal in de nabije omgeving informatie moeten worden gedeeld. Echter niet alle vereiste intelligentie zal zich in het voertuig bevinden. Er wordt verwacht dat er wat intelligentie moet worden geplaatst binnen de infrastructuur zelf. Betekent dit dat tunnels slimmer moeten worden of kunnen ze ‘dommer’ worden gemaakt? Ook dit leidt tot onbekende nieuwe veiligheidsrisico’s (unknown unknowns). Naast brandveiligheid kun je denken aan cybersecurity.

Het KPT wil de deelnemers een beeld geven over wat er op het gebied van communicatie tussen voertuigen en infrastructuur allemaal mogelijk is vanuit het perspectief doorstroming bevorderen op het (hoofd)wegennet. Kunnen tunnelveiligheidsvoorzieningen hier beperkend in zijn en wat kan je doen om die beperkingen op te heffen? Voorzieningen weglaten of toevoegen? Zijn er nieuwe veiligheidsrisico’s denkbaar die tot niet-beschikbaarheid kunnen leiden. Hoe wordt een en ander gerealiseerd? Er komt een overgangsperiode waarin nieuwe technologische ontwikkelingen (Car to Car, Car to Infra) geleidelijk worden ingevoerd. In welke mate zou nieuwe technologie in tunnels kunnen worden opgenomen? Wat betekent dit alles voor de gebruiker?

Over deze interessante onderwerpen kwam een aantal experts aan het woord: onder andere uit de onderzoekswereld (TNO), de automotive (NXP) en de hulpverlening (Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost).

Programma

13.00

Inloop

13.30 uur

Opening door het KPT

13.45 uur

Veilig verkeer dankzij IC-toepassingen in auto’s
presentatie door
Kees Moerman (NXP)

14.15 uur

Wat betekent smart mobility voor wegtunnels?
door
Mirjam Nelisse (TNO)

14.45 uur

Pauze

15.15 uur

Technologische ontwikkelingen bij mobiliteit; wat is de impact op hulpverlening?
presentatie door Rob Terpstra (Veiligheidsregio Brabant Zuidoost)

15.45 uur

Tunnels en de bescherming tegen cyberdreigingen
presentatie door Rindert Kramer (Fox-IT)

16.15 uur

Afsluiting